Saturday 5 September 2015

Bach de "Melodievinder"

In het boeiende werkje over Bach van Maarten 't Hart trof ik voor het eerst de benaming "melodievinder" aan. Hiermee gaf de schrijver aan dat Bach de kunst verstond om bij het componeren ook werkelijk met nieuwe melodieën op de proppen te komen. Als je Mozart's muziek analyseert zie je vooral dat hij dicht bij de toonladders en akkoorden blijft. De kritiek bij Edvard Grieg is dat hij zijn melodieën opsluit in het strikte kader van acht tellen in een maat. Rachmaninoff spint melodieën uit chromatische toonladders. Volgens mij heeft hij zelfs een nieuwe toonladder uitgevonden, als je de melodie van het eerste stukje uit Moments Musicaux beluisterd. Rachmnaninoff is een meester om melodieën uit te rekken over verschillende maten heen, zodat het ritme voor de luisteraar op het achterplan komt. De toonladder gaat als volgt, met vijf bémollen aan de sleutel oftewel: rébémol grote terts: fa sol(-hersteld) labémol sibémol do rebémol mibémol mi-hersteld (fa). Ze heeft dus een noot meer, en gelijkt op de kleine tertstoonladder (sibemol klein) maar start met de Vijfde graad (fa). Door de sol-hersteld en de mi-hersteld zijn het eigenlijk de noten van fa klein harmonisch, maar in de context van sibémol klein. Qua melodieën vallen componisten dikwijls terug op volkswijsjes die ze her en der optekenden. Mendelssohn kon melodieën moeiteloos uit zijn mouw schudden. Liszt, en de aanhangers van de programmamuziek trachten muziek te gebruiken om bestaande begrippen of ideën uit te beelden. (Die forelle van Schubert, Anderen beschouwen muziek als iets abstract. Muziek hoeft niet noodzakelijk een beschrijving te zijn van wat dan ook. Muziek kan wel een dansvorm benadrukken zoals de mazurka of de wals.

No comments: