Saturday 2 August 2014

5.2. Tijgermug. Frustratie en jeuk.

Geërgerd keek hij naar zijn rechterbeen. Al drie dagen jeukte het bij zijn kuit. Er waren kleine rode tikkeltjes te zien in de vorm van een ellipsvormige kring van zowat acht centimeter. Het leek wel een karrewiel of een soort heksenkringetje. Niets ernstigs maar de cortisone-zalf die hij erop smeerde baatte niet. In't tegendeel. De zaak werd roder en hardnekkiger. Hij kon zich met moeite herinneren dat een mug of een of ander insect hem had gepest. Maar het was zomer, en er waren wel meer beestjes zoals vliegen en bijtjes die hij van zich af moest slaan. Oh, het zal wel overgaan. Niets om je druk over te maken. Te nietszeggend om naar de dokter te gaan en een uur in de wachtzaal te zitten oude TV-blaadjes lezen tot je uit verveling het toch weer onverrichterzake aftrapt. Op zijn werk betrapte hij zichzelf erop dat hij aan het krabbelen was. Zijn normaal witte nagelrandjes, aan ring en middenvinger, zagen donkerrood, en onderaan zijn witte labobroek zat nu een rode bloedvlek. Hé, doe nu niet zo kinderachtig, maande hij zichzelf tot volle concentratie. Maar, zijn gedachten wijkten steeds af naar het frustrerende idee dat hem dit nog nooit was overkomen. Een onbenullige insektenbeet die hem nu al een halve week lang ondermijnden met concentratiestoornissen, vermoeidheid, geïrriteerdheid, bangheid ook... Hij had ergens een verhaal gelezen over ondermijnde gezondheid door onze veranderende voeding. Allergieën steken de kop op omdat ons voedsel nu eenmaal minder vitmamines bevat, overkweekt is en verarmd tot nog slechts enkele rassen, waarmee de voedingsindustrie werkt omdat ze beter renderen, minder vatbaar zijn voor mislukking van oogst. Grotere, mooiere en perfectgevormde gewassen en vruchten zonder zwarte puntjes, zonder wormpjes, of vlekjes... Maar als tol besmet met pesticiden en minder rijk aan vitaminen, eiwitten, proteïnen, meer water bevatten. Hij glimlachte met de gedachte aan de opmerkelijk goed gevonden term: "plofkip" omdat de kippen, eenmaal in de pan, moeten toegeven met een plof, dat het eerder waterkippen zijn... Je houdt het niet tegen, mijmerde hij verder. De natuur wordt keer op keer door de mens uitgedaagd om zich aan te passen aan de nukkige ingrepen van de mens in zijn onomstotelijke drang om te vernieuwen, te verbeteren, vooral om zijn comfort te verbeteren, vooral om zijn luie en egoïstische en hebberige aard te bevredigen. Daarbij wil dit intelligente wezen, niets weten van de nadelen en blijft hij domweg niet inzien dat kanker, en afwijkende genealogie, uitputting van de natuurlijke bronnen, nieuwe rampen en ongeneeslijke ziektes hem niet gespaard zullen blijven. Een zekere Mr. Festinger heette dit menselijke kronkelig denken: cognitieve dissonantie. Leuke term voor een walgelijke en laffe inborst. "Ben je aan het dromen?", deed de stem van de professor hem opschrikken.

No comments: